Waarom jou stoten NOG geen schade aanrichten

Wanneer je voor het eerst gaat boksen voelt het allemaal heel onnatuurlijk aan. Stoten worden enkel vanuit de armspieren gezet en je beschikt nog niet over de techniek om je lichaamsgewicht achter je stoten te zetten. Daarnaast is goed voetenwerk het belangrijkste wanneer je een harde stoot wil zetten en dit vereist ook veel oefening. Ik heb al een aantal keer benadrukt hoe belangrijk alle spieren in het lichaam zijn om goed te leren boksen. In dit artikel leg ik uit wat voor aspecten komen kijken bij het opwekken van stootkracht en hoe krachttraining hieraan bij kan dragen.

Bekijk onze programma's HIER Als bokser heb je de keuze om voor een snelle stoot te gaan of een harde stoot. De impact van de stoot wordt bepaald door de snelheid waarmee deze gemaakt wordt in combinatie met de massa die ermee gepaard gaat. Je kan kiezen om vanuit je borst, triceps en schouder een snelle jab te zetten waarmee je wel punten scoort maar weinig schade aanricht aan je tegenstander. Deze stoot wordt enorm vaak gebruikt om te storen, afstand bepalen en overbruggen en om punten te prikken. Daarnaast kan je ook kiezen voor een harde stoot. F = M x A. Dit is de wet van Newton die aangeeft dat kracht (F van force) wordt bepaald door massa (M van mass) maal versnelling (A van acceleration) Wanneer je gaat voor maximale impact moet je proberen zoveel mogelijk massa in zo’n kort mogelijk tijd in beweging te krijgen. De zogenaamde RFD, Rate of Force Development. Je bent er dus enorm gebaat bij wanneer je in staat bent om je volledige lichaamsgewicht achter een stoot te zetten.

Deze massa moet vanuit de fundering gehaald worden, de beenspieren, heupen en de core. Dit kost meer tijd maar zal veel meer impact hebben. Wanneer we een cross of een hoek nemen, dit zijn zeer krachtige stoten waarbij een hele keten van spieren en gewrichten betrokken zijn. De enkel, knie en heupgewrichten genereren kracht vanaf te grond door strekking (tripple extension). Het weg duwen van de grond door knie strekking, het naar buiten draaien van de hak en strekken van de enkel en de rotatie en strekking van de heup zorgen ervoor dat zoveel mogelijk lichaamsgewicht meegenomen wordt in de stoot. Deze kracht wordt vervolgens overgenomen en vergroot door de romp, schouders en arm. Wanneer de romp spieren niet sterk genoeg zijn om de opgebouwde kracht door te vertalen naar de schouders dan gaat er massa verloren. Hard kunnen slaan is afhankelijk van hoe goed deze gehele keten is in het synchroniseren van bewegingen. Je stoot is zo krachtig als je zwakste schakel Dat de beenspieren enorm belangrijk zijn in het opwekken van kracht hebben Braziliaanse onderzoekers bewezen. Zij deden onderzoek naar 15 boksers van het nationale team uit verschillende gewichtsklassen. Ze onderzochten de correlatie tussen stootkracht en verschillende krachtoefeningen. Uit dit onderzoek bleek dat het verband tussen kracht in knie dominante bewegingen zoals een squat of lunge en stootkracht het grootst was. Groter dan bijvoorbeeld bankdrukken en stootkracht. Kracht in beenspieren is een grotere indicator van stootkracht dan kracht in het bovenlichaam bij technisch uitgevoerde stoten Dit onderzoek is uitgevoerd door boksers die al beschikken over de techniek dus dat wil niet zeggen dat het voor beginners ook het geval is. Wel is het opvallend dat de kracht in beenspieren een belangrijkere indicator is voor stootkracht. Uit het bovenstaande kunnen we concluderen dat je stoot net zo sterk is als je zwakste schakel in het lichaam. Deze zwakke schakels pakken we bij PTBoxing aan doormiddel van specifieke oefeningen. Door balistische, plyometrische, balans oefeningen en specifieke krachttraining werken we bij PTBoxing aan de stootkracht, spierontwikkeling en gooien we je metabolisme flink omhoog. Volgende keer meer over de methode van krachttraining die we gebruiken.